De ambities in Nederland voor een circulaire toekomst zijn hoog: maximaal 30 kg restafval per inwoner per jaar in 2025, en in 2050 een economie zonder afval. Nederland is al goed op weg met het scheiden van afval. Vanaf 2014 bestaat een significante toename van het landelijke scheidingspercentage en een afname van het restafval. Het restafval per inwoner per jaar is aan het dalen in diverse gemeenten: van 150 kg in 2016 naar 100 kg in 2020. Maar, gezien de ambities, is versnelling nodig om deze doelen te behalen.
De vraag is hóe we die versnelling gaan realiseren, we zijn immers al volop bezig.
- De technische systemen voor afval scheiden zijn grotendeels op orde en worden waar nodig doorontwikkeld.
- Het (gemeentebreed) informeren over hoe je het afval goed kan scheiden gebeurt ook al op grote schaal. Daarmee bevorderen we deels het gewenste gedrag.
Echter, om deze circulaire economie écht van de grond te krijgen zijn kwalitatief goede grondstoffen nodig ter recycling. Het belang hiervan is onderkend door ROVA die met haar gemeenten actief werkt aan de kwaliteit van grondstoffen met hun aanpak Terugwinnaars. Belangrijk onderdelen hiervan zijn, naast monitoring, de focus op gedrag en motivatie. Daarom is het van belang om te achterhalen wat inwoners precies motiveert om te scheiden en hoe dit door inzicht in onbewust gedrag (90 procent van ons gedrag) verbeterd kan worden. In samenwerking met inwoners.
Vanuit KplusV ondersteunen we diverse publieke organisaties op het thema afval. We zien dat inwoners geregeld ‘lastig’ of ‘onwelwillend’ worden genoemd. Echter, de meeste mensen scheiden al. En de (kleine) groep mensen die er nu echt een ‘zooitje’ van maakt, mist deels perspectief hoe ze goed moeten scheiden en waar ze precies aan bijdragen. Ook heeft afval scheiden niet de hoogste prioriteit in het dagelijks leven van inwoners. Het aansluiten bij de belevingswereld, om te zien wat ze belangrijk vinden, en samenwerken met inwoners biedt kansen om nog meer zuivere afvalstromen te creëren.
En hoe doe je dat precies? We nemen je mee in drie adviezen die je helpen om samen met inwoners op weg te gaan naar meer en beter scheiden.
Een optimaal proces van scheiden, begint met het snappen wanneer en hoe de inwoner hiermee bezig is. En welke kansen bestaan om scheiden te verbeteren.
Het is daarom nodig om te monitoren en data te achterhalen over gescheiden afval en kwaliteit van stromen binnen gemeenten en bij inzamelaars. Welk scheidingsgedrag laten inwoners binnen gemeenten zien? Met welk resultaat? Op welke inzamelroutes is dan nog winst te behalen? Op basis daarvan kun je acties in gang zetten.
ROVA heeft met dit doel van het genereren van kennis en inzicht de inzet van zogeheten Voorlopers doorontwikkeld. Voorlopers zijn medewerkers van ROVA die ‘voor het inzamelvoertuig’ uitlopen en de aangeboden mini-containers op vervuiling controleren (visuele inspectie). Voorlopers (of Afvalcoaches) worden vaker in de branche ingezet als een interventiemethode om de kwaliteit van aangeboden grondstoffen te controleren. ROVA zet de Voorlopers ook in voor het genereren van sturings- en monitoringsinformatie over de grondstoffenkwaliteit.
Om deze monitoringsfunctie goed vorm te geven, heeft ROVA de registratie en ontsluiting van voorloopcontroles gedigitaliseerd. De resultaten van de Voorloopcontroles worden digitaal op een kaart geplot, waardoor een goed beeld ontstaat van in welke wijken, buurten en zelfs straten het goed gaat en waar minder. Deze data kan in een analyseprogramma worden gekoppeld aan andere data en kaartlagen, zoals bijplaatsingen, afkeurgegevens per route, maar ook sociaal-demografische gegevens of andere gegevens over de samenstelling van het gebied.
Gedigitaliseerde voorloopcontroles bij ROVA
Op basis van deze sturingsinformatie kunnen interventies gericht worden ingezet. Deze kunnen overigens niet altijd hetzelfde worden ingezet. Door uit te voeren en te evalueren, kan ROVA in volgende gemeenten deze interventies steeds gerichter inzetten. Het is nodig om met de feedback van inwoners te ontdekken wat werkt, door testgroepen, herhaalde infomomenten en feedbackmomenten met én door bewoners.
En niet te vergeten, informeer inwoners actief over wat gebeurt met het ingezamelde afval en ontkracht daarmee fabels, zoals “Alles wordt toch bij elkaar gegooid”. Het nut van scheiden wordt daarmee bevestigd. Bijvoorbeeld door uit te leggen hoe afval zorgt voor grondstoffen.
Naast een brede aansluiting op inwoners, is het nodig om op diverse routes specifieke kansen in het proces van scheiden te achterhalen. Dit lukt door deel te worden van het scheidingsgedrag dat inwoners laten zien. Zo bepaal je per wijk en doelgroep beter waar op ingezet kan worden. Oftewel, wordt het beter door meer info te bieden, te faciliteren met gerichte feedback of de voorziening anders in te richten?
Daarvoor is het gesprek met inwoners nodig. Dat kan het beste gedaan worden door personen die inwoners vertrouwen en waar ze graag hun verhaal aan vertellen. Denk aan de afvalinzamelaars zelf, afvalcoaches, medewerkers in de wijk, container-adoptanten, gemobiliseerde inwoners, jongeren etc. De opgehaalde info helpt bij het kiezen van de juiste interventie, zoals communicatie, ondersteuning of participatietrajecten. Verder helpt het dit gesprek te voeren tijdens momenten waarop mensen met afval bezig zijn. Zoals tijdens het buiten zetten van de afvalbak, op weg naar de ondergrondse container, óf op de website/social media waar inwoners contact met gemeente/inzamelaar logisch vinden.
Het is vervolgens geregeld nodig om communicatie scherper in te steken dan nu vaak gebeurt. Gericht op de specifieke waarden van inwoners. Zoals ROVA deze waarden onderverdeelt: zijn inwoners vooral milieubewust, kostenbewust of pragmatisch te motiveren? Bij de eerste is het nut essentieel, wat levert het op aan besparingen en van afval gemaakte producten? De tweede wil weten wat de opbrengsten zijn in met name financiële zin en de pragmatist heeft info nodig over efficiëntie in het proces (bijv. afname in ophalen van restafval). Zo zet je specifiek in op de motivatie van groepen.
Afgebakende interventies die zijn mogelijk en voor velen in afvalland wel bekend. Wat echter vaak wordt vergeten en essentieel is: zonder een duidelijke schets van het onbewuste gedrag is een effectieve bij de doelgroep passende interventie kiezen bijna niet mogelijk. Denk aan het niet handelen omdat scheiden te complex voelt, of weerstand over de handelingen (“Het heeft toch geen zin”). Daarmee gaat geld en tijd verloren. Zorg dus voor een goede analyse voordat een interventie wordt gekozen.
ROVA heeft de afgelopen jaren andere type interventies beproefd, met hulp van verschillende gedragsbeïnvloedingstechnieken. Denk hierbij aan 100-100-100, een project waarbij 100 huishoudens 100 dagen worden uitgedaagd, 100% (rest-)afvalvrij te leven. In het kader van #Terugwinnaars wordt vooral gebruik gemaakt van gamification, waarbij met spelelementen inwoners worden gestimuleerd tot goed afvalscheidings-gedrag. Zo is een Grondstoffenbingo ontwikkeld, een Grondstoffenspeurtocht met je telefoon voor kinderen in hun eigen buurt (vgl. Berenjacht) en ook wordt met hulp van spuitsjablonen op stoepen en straten gepuzzeld door inwoners om het goede grondstoffen- en recyclewoord te vinden.
Grondstoffenspeurtocht
Inwoners spelen een cruciale rol en zijn samenwerkingspartner in het creëren van kwalitatieve grondstoffen. Inwoners hebben steeds meer de wens om input te geven, in plaats van puur op te volgen wat van ze gevraagd wordt. Participatie van inwoners is nodig net als een goede inrichting van het participatieproces. Het gaat daarbij niet over draagvlak creëren of informeren, maar over samen komen tot een aanpak die werkt. Dat kan op verschillende manieren, door ontwerpen/ontwikkelen in groepen, afstemmen en meedenken tijdens ophaal- of wegbrengmomenten. En, onder enkele voorwaarden, waaronder:
- Zorg dat de groep inwoners die participeert zoveel mogelijk een afspiegeling is van de inwoners in de gehele gemeente. Een diverse samenstelling van bijv. sociaal economische status, woonomgeving (hoog- of laagbouw), gezinssamenstelling (gezinnen of alleenstaanden), cultuur en leeftijd, bijv. studenten of mensen boven de 50.
- Zorg ook dat deze inwoners weten waar hij of zij wel en niet aan bijdragen. Aan de keuze voor de nieuwe voorziening (zoals ondergrondse containers of individuele afvalbakken) of het gebruik en inrichting van de gekozen voorziening? En wordt de input zeker meegenomen in de eindelijke keuze of is het input die nog ter discussie komt te staan?
Door de uitbraak van het coronavirus is het voor ROVA in 2020 lastig geweest om specifiek vorm en invulling aan participatie te geven. Er zijn kleine initiatieven ontplooid, zoals een speciale les voor basisschoolleerlingen waarbij kinderen is gevraagd hoe zij vinden dat pmd beter kan worden gescheiden. Ook heeft een groep inwoners in een ROVA-gemeente – geïnitieerd door enkele inwoners – via een buurtapp buurtbewoners opgeroepen zelf goed pmd te scheiden en niet (meer) afval bij elkaar in de containers te stoppen. Een praktisch voorbeeld hoe inwoners zich eigenaar voelden van het probleem en actie ondernamen.