De Nederlandse markt voor durfinvesteringen is de afgelopen jaren volwassener geworden en Nederland staat in de top vijf van Europa qua aanbod van kapitaal in de vroege fase. Er zijn echter ook knelpunten, zowel aan de aanbod- als vraagzijde. Deze problemen zijn structureel en manifesteren zich langjarig, los van de conjuncturele omstandigheden.
Voor innovatieve starters in het bijzonder, is het binnenhalen van externe financiering lastig. Dit vanwege het hoge risicoprofiel en de behoefte aan de combinatie van kapitaal en kennis. Durfkapitaal is het type kapitaal dat zich richt op dit soort bedrijven met een hoog groeipotentieel in een vroeg stadium.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) zet diverse financieringsinstrumenten in om de het aanbod van risicodragend vermogen voor het mkb te vergroten. Uit verschillende evaluaties in 2018 komt naar voren dat de toegang tot kapitaal door deze overheidsinterventies in de vroege fase succesvol zijn. Echter lijken niet alle knelpunten voor ondernemingen afgedekt.
- Kennis en expertise soms onvoldoende – Zowel aan de kant van de ondernemer als van de investeerder liggen er knelpunten op het gebied van kennis en ervaring op het gebied van durfkapitaal. Hierdoor weten ondernemer en investeerder elkaar niet te vinden of verloopt het proces van investeren niet naar wens.
- Ongelijke verdeling kapitaal – Er is veel kapitaal beschikbaar in de markt, maar dat is niet gelijk verdeeld over fases en sectoren. Zo wordt duidelijk dat meer kapitaalintensieve sectoren minder goed bediend worden. Daarnaast is de beschikbaarheid van kapitaal in de vroegste fases onvoldoende, waar deze in het buitenland deels door universiteitsfondsen worden ingevuld.
- Bestaand instrumentarium wordt niet optimaal benut – Debestaande instrumenten voor het ondersteunen van durfkapitaal functioneren goed, maar er kan meer uit gehaald worden.
- Inzicht door data ontbreekt – Informatie over de vroege fase durfkapitaalmarkt is schaars. De databronnen die er zijn, hanteren geen gelijke uitgangspunten en zijn daarom moeilijk met elkaar te vergelijken. Hierdoor is het inzicht in de kapitaalmarkt slecht te onderbouwen met cijfers en daarmee wordt sturing bemoeilijkt.
Om deze knelpunten weg te nemen, adviseren wij een aantal stappen. Die stappen omschrijven we in het adviesrapport, waar we ook een fasering voorstellen.
Een aantal oplossingen zijn op korte termijn te realiseren, zoals aanpassingen in het bestaand instrumentarium, investeren in het vergroten van kennis en expertise van ondernemers en investeerders, en het inzichtelijk maken van data en afspraken maken over datastandaarden
Wij zien het versterken van data over de markt als een voorwaarde om oplossingen op middellange en lange termijn effectief uit te kunnen voeren. Het inzicht dat hieruit volgt is essentieel voor effectieve interventies. Op middellange termijn kan hierop voortgebouwd worden. Daarnaast stellen wij voor om een dealmaker/ procesbegeleider te introduceren die zowel ondernemers als investeerders begeleiden in het dealproces.
Op langere termijn moet gewerkt worden aan de complexere vraagstukken die fundamenteler van aard zijn en veel verschillende stakeholders vragen. Voorbeelden hiervan zijn het werken aan een nationale technologievisie, nieuwe modellen voor waardedeling, het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid en het inrichten van nieuwe financieringsinstrumenten voor kapitaalintensieve sectoren.
De Nederlandse durfkapitaalmarkt is sterk ontwikkeld en dat is in de laatste jaren ook gebleken. De voorgestelde oplossingen zullen een extra impuls geven aan ondernemers. Met meer en slimmer kapitaal voor de ontwikkeling van hun bedrijf en met meer ondernemers die er in slagen op het niveau te komen om financiers aan te trekken. Dit leidt tot nieuwe banen en innovaties en de versnelling van diverse transities.
Er is een slimme mix van oplossingen nodig om de stap te maken voor Nederland. Dit is ook van toepassing op regio’s. Zij spelen een belangrijke rol in de uitvoering van deze oplossingen en in het creëren van een concurrerende regio. Een uitgebreide analyse van de knelpunten en oplossingsrichtingen is te lezen in ons rapport. In de komende weken zullen we op een aantal thema’s onze visie geven hoe onze aanbevelingen op nationaal en regionaal niveau invulling kunnen krijgen.
Het onderzoek is op 23 februari aangeboden aan de Tweede Kamer. De Kamerbrief met de reactie van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat is te vinden op de site van de Tweede Kamer.
Meer weten over hoe uw regio of fonds kan werken aan het creëren of verbeteren van een innovatief ecosysteem, bijvoorbeeld door het inzetten van financieringsinstrumenten? Neem dan contact op met Edwin Netjes of Thomas Ticheloven. Wij helpen je graag verder.