Het kabinet stevent nu af op een CO2-heffing voor de industrie die oploopt van 30 euro per te veel uitgestoten ton CO2 in 2021 tot 150 euro in 2030. Dat gaat gepaard met dispensatierechten, die het effect van de heffing de praktijk teniet zullen doen. Het ministerie van Financiën verwacht dat hierdoor de heffing pas in 2024 gevolgen gaat hebben voor bedrijven die hun CO2-uitstoot onvoldoende weten terug te dringen.
De soep wordt dus niet zo heet gegeten als deze wordt opgediend. Maar wat betalen afvalverbranders straks nou echt aan CO2-heffing? De volgende zaken verzachten de impact van de heffing:
- Een beoogde vrijstellingsvoet;
- Investeringen in CO2 afvang waardoor CO2 in kassen wordt afgezet of opgeslagen onder de grond (CCS);
- Verduurzaming/efficiënter maken van de ovens.
De precieze impact hiervan is nog onzeker. Veel hangt af van politieke wil in de komende jaren. In theorie heeft de politiek de instrumenten in handen om door de afvalbranche uitgestoten CO2 merkbaar te beprijzen, maar deze kan er nog steeds voor kiezen om de gevolgen daarvan geheel teniet te doen.
In het voor de branche minst gunstige geval loopt de heffing in 2030 op tot €50,- per persoon of €100,- per huishouden.
De beprijzing van CO2 zorgt voor onzekerheid in diverse bedrijfstakken. De noodzakelijke remedie is het terugdringen van de CO2-uitstoot en de hoeveelheid restafval. Wij helpen graag met een handelingsperspectief en concrete maatregelen.
Verder praten? Neem contact op met Albert van Winden, Douwe Huitema of Roel Bottema!