In alle 35 arbeidsmarktregio’s is een verkenning uitgevoerd met focus op de publieke detacheringsfaciliteiten. Deze zijn meestal verbonden aan de lokale of regionale sociale (Wsw) ontwikkelbedrijven. De verkenning laat zien dat in de arbeidsmarktregio’s heel verschillend wordt omgegaan met het detacheren van mensen uit de Participatiewet-doelgroep. In de regio’s waar beleidsmatig stevig wordt gestuurd op de inzet van detacheren, zijn relatief meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk, én zijn meer mensen zonder inleenverband rechtstreeks aan het werk bij een werkgever. Het rapport schetst tevens het beeld van vijf dominante detacheringsvarianten die onderling worden vergeleken op maatschappelijke, juridische en financiële criteria. Op basis van een afwegingskader is een voorkeursvariant benoemd die het meest effectief bijdraagt aan arbeid voor de doelgroep.
De staatssecretaris laat de gemeenten vrij in de wijze waarop de gemeenten de sociale infrastructuur inrichten, maar wil wel het instrument detacheren actief onder de aandacht brengen. En dat willen wij ook.
Het rapport is nog niet behandeld in de Tweede Kamer; we zijn zeer benieuwd hoe “de spelers in het veld” op de bevindingen gaan reageren.
Wij gaan graag in gesprek om het belang van het rapport nader te duiden en zo te werken aan een meer inclusieve arbeidsmarkt. Hiervoor organiseren wij op een nader te bepalen tijdstip een aantal bijeenkomsten.