Terug

Duurzaam textiel, van luxeproduct naar wegwerpartikel

6 oktober 2020

Wist jij dat de textielindustrie, na olie en gas, de meest vervuilende industrie ter wereld is? Weeg ook de slechte arbeidsomstandigheden in de productielanden en de groeiende textielafvalberg en vraag je af hoe het kan dat we steeds meer textiel "consumeren" en minder waarde hechten aan kleding.  

Hoe heeft het zover kunnen komen? Wat moet er gebeuren om het tij te keren? En wiens taak is dit? Een beschouwing….  


Wist jij dat...
  • Er jaarlijks in Nederland 305 miljoen kilo textiel wordt weggegooid? 
  • De vervuiling aan de productiekant nog veel grote is dan aan de verbruikskant?  
  • Het verbruik van water, energie & chemicaliën en de uitstoot van broeikasgassen hier de oorzaak van zijn? 
  • Die uitstoot maar liefst 1,2 miljard ton CO2 per jaar is?  
  • Dit meer is dan de uitstoot van alle internationale lucht- en zeevaart bij elkaar? 

Het is 24 April 2013 als in Rana Plaza, Bangladesh – een plaats met vooral textielfabrieken waar 5.000 mensen werken – een gebouw van 8 verdiepingen als een kaartenhuis in elkaar stort. 1.134 mensen komen om en er zijn 2.500 gewonden. De schrik is groot. En misschien nog wel groter als bekend wordt dat 29 Nederlandse bedrijven hier hun kleding laten produceren. Wisten we dit niet of wilden we het niet zien? 

Ontwikkelingen in de textielindustrie

Aan het eind van de 18e eeuw kwam de industriële revolutie. Waar het maken van kleding voorheen een ambacht was, werd er in deze tijd steeds meer machinaal geproduceerd. In de 19e eeuw werd de naaimachine uitgevonden, zodat ook vanuit huis zelf kleding kon worden gemaakt. En dat was nodig, want kleding was – na voedsel – een tweede levensbehoefte. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de welvaart. Kleding was niet langer een luxeproduct, maar werd beter bereikbaar voor de middenklasse. De textielproductie werd verplaatst naar de lagelonenlanden. Vooral Azië was populair: goedkopere arbeid en een lagere kostprijs. Tot de jaren ’60 werd kleding zelden weggegooid; kleren hadden destijds veel waarde. In 1984 werd de uitverkoopwet opgeheven (winkels mochten tot die tijd maximaal tweemaal per jaar 19 dagen uitverkoop houden). Door de opkomst van internet en digitalisering kwamen de prijzen en de marges nog verder onder druk te staan. En na de economische crisis in 2008 gaven consumenten nog minder uit. Dit leidde voor veel bedrijven tot een faillissement, zoals Mexx, Miss Etam, MS Mode, McGregor Gaastra en Men at Work. 

Doorlopende uitverkoop

De afgelopen decennia zijn we van 2 naar 52 collecties per jaar gegaan, en van 2 uitverkopen naar doorlopende sale-aanbiedingen. Winkelstraten lijken tegenwoordig wel attracties, waar je snel en goedkoop kunt scoren. Vroeger werd er volop geproduceerd in Nederland, nu bijna niets meer. Zo zijn er alleen al in Bangladesh 5.000 textielfabrieken die produceren voor Westerse merken. De textielindustrie is inmiddels zo groot dat er wereldwijd 1 op de 6 mensen werkzaam is en de vervuiling steeds grotere vormen aanneemt. 

Hoe vervuilend is de kledingindustrie?

Het effect van de vervuiling in de kledingindustrie zie je op verschillende vlakken. De enorme textielafvalberg neemt alleen maar toe: in Nederland gooien we per jaar 305 miljoen kilo textiel weg. Maar de grootste vervuiling zit aan de productiekant. In Kazachstan bijvoorbeeld. Daar stonden katoenfabrieken rondom het Aralmeer die zoveel water verbruikten, dat het gehele meer mede daardoor is opgedroogd. Katoen werd vroeger duurzaam verbouwd, maar door de industriële toename is het nu de grootste vervuiler. Dit zie je ook in Indonesië, waar de belangrijkste rivier – de Citarum – nu de meest vervuilde is. Slecht nieuws, want 28 miljoen mensen zijn afhankelijk van deze rivier, waar de katoenfabrieken afval met lood, kwik en arsenicum in hebben geloosd. De grootste waterverslinder is de productie van spijkerbroeken, waar wij er in Nederland jaarlijks 15 miljoen – en wereldwijd 2 miljard ­– van kopen. Voor het maken van één spijkerbroek is circa 7.000 liter water nodig, dus reken maar uit. Dit water onttrekken producenten aan rivieren, meren en ondergrondse watergangen. Het water verdwijnt of komt vervuild weer terug naar de bron, bijvoorbeeld vol pesticiden en zware chemicaliën die gebruikt zijn voor het verfproces. Bijkomend nadeel: water zorgt voor een stabieler klimaat, dus hoe minder water, hoe hoger de temperatuur op aarde. 

Bewuster kiezen

Moeten we dan stoppen met kleding kopen? Nee, maar wel bewustere keuzes maken. Gemiddeld heeft een Nederlander 170 kledingstukken – met een gemiddelde prijs van 16 euro per stuk – in de kledingkast. 33% daarvan dragen we niet of nauwelijks. Gemiddeld zijn er 86 mensen betrokken bij de productie van één kledingstuk. Dan verdient ieder kledingstuk toch wel de waarde die het verdient? 

Tips

Wil jij zelf ook duurzamere keuzes maken als het gaat om kleding? Kijk dan eens op sites als GoodOnYou.eco, waar kledingmerken op verschillende gebieden een score krijgen. Of bezoek FashionChecker.org: hier kun je controleren in hoeverre merken een leefbaar loon betalen aan arbeiders. Op WikiRate.org kun je van bedrijven zien wat zij doen met wat jij belangrijk vindt, van CO2-uitstoot tot mensenrechten of het gebruik van schadelijke chemicaliën. 

 

Dit artikel is opgesteld door oud collega Corine Janssen, eigenaar CoSense. Bij textielprojecten werkte zij nauw samen met Niels Ahsmann. Meer weten? Neem gerust contact op met Niels Ahsmann. 

Niels 1 Vierkant
Niels Ahsmann

Adviseur

Deel