Terug

Evaluatie van revolverende fondsen: sleutelelementen

9 november 2017

Visie op een effectieve fondsevaluatie

In een eerder artikel adviseerde Edwin Netjes om revolverende fondsen tijdig te evalueren. Om terug te kijken naar hoe het fonds het tot dusver gedaan heeft, maar ook om tijdig bij te kunnen sturen. Een evaluatie moet daarbij niet alleen gaan over de cijfers. Die zeggen veel over hoe een fonds het doet, maar niet alles. Kijk wat breder naar een fonds – bijvoorbeeld door externe stakeholders zoals experts en de doelgroep van een fonds te interviewen – en een completer beeld van de effectiviteit van het fonds in zijn ecosysteem komt bovendrijven. Adviseur Edwin Netjes en onderzoeker Laura Berger evalueerden recent een achttal revolverende fondsen in Noord-Brabant en Gelderland op het gebied van innovatie, energie, cultuur en vrijetijd, natuur, bedrijventerreinen en breedband. In dit artikel bespreken zij hun visie op een effectieve fondsevaluatie, en wat zij op basis van hun ervaring onder meer concluderen.


Proces: Wat behelst een fondsevaluatie?

Bij het evalueren van revolverende fondsen zijn de volgende drie stappen essentieel voor een goedlopend proces en zinvolle uitkomsten:

Stap 1: Kaderstelling
Voor de evaluatie begint, moeten begeleidingscommissie en onderzoekers gezamenlijk goed afkaarten waar wel en niet naar gekeken zal worden in de evaluatie. Wat willen we weten? Welke thema’s zijn belangrijk? Waar liggen knelpunten die meegenomen moeten worden? Waar liggen gevoeligheden? In het geval dat meerdere fondsen tegelijkertijd worden geëvalueerd, moeten deze dan vergeleken worden? In de evaluaties van de fondsen in Brabant gebruikten wij bijvoorbeeld de volgende indeling:

  1. Maatschappelijke inbedding in het ecosysteem
  2. Marktfalen
  3. Effectiviteit en rechtmatigheid
  4. Revolverendheid en multiplier
  5. Governance en management
  6. Interactie met stakeholders
  7. Risicomanagement

In het geval van de fondsen in Gelderland gebruikten we drie meer overkoepelende thema’s: inhoudelijke resultaten, functioneren, en toekomstverwachtingen. De te kiezen indeling hangt af van de gewenste nadruk op bepaalde aspecten in de evaluatie. De indeling gaf richting aan zowel de dataverzameling als de structuur van het eindrapport, en zorgde ervoor dat wij geen belangrijke vragen en aspecten van de fondsen over het hoofd zagen. Daarnaast maakt een dergelijke vaste indeling het mogelijk om fondsen makkelijker met elkaar te vergelijken, indien gewenst.

Stap 2: Meerdere bronnen en perspectieven
Het bekijken van cijfers – zoals het aantal financieringsaanvragen en gehonoreerde projecten, gecommitteerd fondsvermogen en mate van revolverendheid – is een kernaspect van een fondsevaluatie. Hiervoor volstaat in principe de analyse van jaarverslagen en begrotingen. Een verklaring voor deze cijfers en goed begrip ervan is echter lastiger te halen uit documenten. Valt het aantal aanvragen tegen in verhouding tot de verwachting? Of is het gehele fondsvermogen juist in twee jaar uitgeput? Om dit soort vragen te kunnen beantwoorden, is triangulatie van methoden belangrijk: naast documentanalyse het doen van interviews of werksessies met betrokkenen bijvoorbeeld. Dit levert meer begrip op, niet alleen van de betekenis van (uitblijvende) resultaten van het fonds, maar ook het proces daarnaartoe. Wat zijn uitdagingen? Waar liggen kansen? Hoe kan het fonds nog beter aanjagen, begeleiden, of beoordelen? Belangrijk is om naast de verantwoordelijken vanuit provincie en fondsmanagement ook het perspectief van andere stakeholders zoals de doelgroep en experts in het veld, mee te nemen. Dit geeft een completer beeld van het functioneren van het fonds en de context waarin het fonds zich bevindt.

Stap 3: Communicatie en valorisatie
Als de resultaten er vervolgens liggen, is het zaak dat deze ook goed worden opgepakt. Wederom in overleg met de begeleidingscommissie zijn er verschillende manieren waarop de resultaten uit de evaluatie kunnen worden gevaloriseerd. De meest basale vorm is het doen van aanbevelingen in de evaluatie, maar ook kan gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld infographics in communicatie (zowel intern als extern), presentaties aan GS/PS, of het meedenken over de verdere ontwikkeling van een fonds na afloop van de evaluatie.

Uitkomst: Drie sleutelelementen van revolverende fondsen

Op basis van de evaluaties van de revolverende fondsen en eerdere ervaring met de opzet, beheer en evaluatie van fondsen, concluderen wij dat drie voorwaarden in elk geval aanwezig moeten zijn voor een effectief revolverend fonds.

1. Investeringsgereedheid: het belang van scouting en begeleiding
Waar sommige fondsen, zoals die gericht op innovatie of energie, weinig moeite hadden met het binnenkrijgen van voldoende en kwalitatief sterke projectaanvragen, was dat een uitdaging voor andere fondsen. De investeringsgereedheid van ondernemers verschilt van sector tot sector, en wordt daarnaast ook beïnvloed door de eisen en doelen van de fondsen. Zo zagen wij hoe de revolverende fondsen in de cultuursector meer moeite hadden om goede projectaanvragen binnen te krijgen. Instellingen in de culturele sector zijn minder dan anderen gewend om te denken vanuit ‘het commerciële’ en verdienmodellen. Hier ligt een leeropgave. Het belang van een scoutende, aanjagende en begeleidende functie in het veld vanuit of gekoppeld aan het fonds was daarom een belangrijke voorwaarde.

2. Relatie tussen fonds en ander instrumentarium
De aansluiting tussen het fonds en ander gerelateerd instrumentarium (vanuit de provincie of anderszins) is daarnaast van belang. Bestaan er andere routes binnen de provincie of Nederland om financiering binnen te halen die de interesse in het fonds beïnvloeden? Maakt het fonds onderdeel uit van een keten van ondersteuning, of staat het juist los van overkoepelende programma’s? Hoe verhoudt het fonds zich tot nationale fondsen? Deze positie van het fonds in het provinciale en nationale instrumentarium kan een bottleneck vormen voor de effectiviteit van het fonds. Een goede reflectie hierop vooraf is een voorwaarde voor succes, want alleen het creëren van een pot met geld is niet voldoende.

3. Bekendheid met het fonds bij de doelgroep
Een derde uitdaging is hoe goed de doelgroep het fonds überhaupt weet te vinden. Hoe bekend is het fonds in de sector? Zijn er marketinguitingen opgepakt, en zo ja, hoe en door wie? Hebben deze uitingen effect gehad? Is de doelgroep betrokken geweest bij de opstart van het fonds? Door bij het optuigen van het fonds al aandacht te besteden aan hoe het fonds de doelgroep kan gaan benaderen (en vice versa), en zelfs de doelgroep al te betrekken, verhoogt de kans op succes. De kennis van spelers in de sector en netwerken bij de fondsmanager spelen daar een grote rol in.

Edwin 1 Vierkant
Edwin Netjes

Adviseur en partner

Deel