NCPN: Stimulans voor recyclaat
De prijzen op de regranulaatmarkt (gerecycled plastic) bewegen mee met die van virgin kunststoffen (direct gemaakt van aardolie). Een stijging van de virgin grondstofprijs zal dus ook leiden tot een betere businesscase voor plasticrecycling, omdat de vraag daarnaar ook toe zal nemen. De grote hoeveelheid goedkope virgin plastics uit met name China en de Verenigde Staten zorgen er echter voor dat deze prijsstijging uitblijft. De lagere prijs maakt het onaantrekkelijk voor producenten om het duurdere gerecyclede plastic toe te passen in hun producten. Om plasticrecycling toch te stimuleren, heeft het kabinet daarom besloten een norm in te stellen voor een minimumaandeel recyclaat waaruit nieuwe kunststofproducten moeten gaan bestaan. Zoals het er nu naar uitziet, zal deze norm in 2027 ingaan, en gesteld worden op een relatief bescheiden aandeel van 15%. Tegen 2030 zal dit naar verwachting worden uitgebreid naar 25% à 30%. Door de invoering van deze norm zal de vraag naar plasticrecyclaat gestimuleerd worden, waardoor er een betere businesscase ontstaat voor de inzameling en recycling van PMD.
Concurrentiepositie Nederlandse verwerkers
Vanuit sommige organisaties klinken echter zorgen over de concurrentiepositie van Nederlandse verwerkers ten opzichte van buitenlandse, doordat import uit het buitenland momenteel vrijgesteld lijkt te gaan worden van de normering. Hierdoor zouden in Nederland geproduceerde kunststoffen wel eens flink duurder kunnen worden dan plastics uit het buitenland, aangezien die gebruik kunnen blijven maken van goedkopere virgin plastics.
Europese richtlijnen en NCPN
Met het oog op ontwikkelingen binnen de Europese Unie lijkt het er echter op dat Nederland slechts voorsorteert op verwachte doelstellingen en maatregelen op Europees niveau. In de Europese Single Use Plastics Directive zit al een vergelijkbare concrete doelstelling waarin staat dat plastic drinkflessen minimaal 25% recyclaat moeten bevatten in 2025 en 30% in 2030. De verwachting is dat dit soort doelstellingen in de toekomst alleen maar zullen worden uitgebreid, bijvoorbeeld binnen het vernieuwde Ecodesign Directive for Sustainable Products Regulation (ESPR) dat recent is aangenomen. Door de NCPN in te voeren, zullen Nederlandse producenten beter voorbereid zijn op de toekomst en kunnen zij de feedstock (de plastic afvalstroom die nodig is voor recycling) veiligstellen.
Binnen de NCPN wordt waarschijnlijk een administratief systeem geïntroduceerd waarmee hernieuwbare polymeren (recyclebare plastics) in de keten kunnen worden geregistreerd. Binnen dit systeem kunnen certificaten voor hernieuwbare polymeren door producenten onderling worden verkocht. Dit zorgt ervoor dat producenten die door afhankelijkheid van fossiele plastics niet in staat zijn om de norm te halen, dit tekort kunnen overkopen van andere producenten. Dit lijkt op het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) zoals we dat kennen voor het verhandelen van CO₂-uitstoot.
Tekort aan recyclaat in 2030
Gegeven al deze wetgeving is de vraag of er straks voldoende recyclaat is om aan de minimumnormen te voldoen. KPMG heeft recent berekend dat er in 2030, 2,2 miljoen kilo plasticafval nodig zal zijn om aan de Nederlandse vraag te kunnen voldoen. De verwachte beschikbaarheid van Nederlands plastic ligt in dat jaar waarschijnlijk op zo'n 1 miljoen kilo wanneer we de huidige trend doorzetten. Hierdoor is er een aanzienlijk tekort aan plasticafval voor de Nederlandse recyclingsector. Een mogelijke oplossing die wordt geopperd is het importeren van plasticafval. Echter kan de beschikbare hoeveelheid kunststof ook worden vergroot door het PMD beter (na) te scheiden.
Er is dus werk aan de winkel om de hoeveelheid her te gebruiken kunststofafval te vergroten. Momenteel gaat namelijk nog steeds een groot deel verloren doordat het niet apart of met de juiste kwaliteit wordt ingezameld, door beperkte recyclingefficiëntie en de aanwezigheid van bepaalde kunststofstromen die we op dit moment nog niet goed kunnen recyclen. In Figuur 1 is zichtbaar hoeveel PMD er verloren gaat in het inzameling- en recyclingproces. Ben je nieuwsgierig naar de verschillen tussen bron- en nascheiding? Lees dan ook ons andere artikel.
De hoeveelheid PMD die verloren gaat in het inzameling- en recyclingproces (Vang, 2020).
Wat betekent dit voor u als gemeente?
Ook als gemeente kun je bijdragen aan de doelstellingen uit de NCPN en het realiseren van een circulaire economie voor kunststoffen. Door zoveel mogelijk PMD gescheiden in te zamelen met zo min mogelijk vervuiling, help je met het vergroten van beschikbare hoeveelheid PMD en draagt u bij aan de hoogwaardige recycling hiervan.
Je ingezamelde hoeveelheid PMD en de kwaliteit daarvan heeft dus direct invloed op de hoeveelheid beschikbaar gerecycled plastic en ook de kosten die je betaalt voor de verwerking hiervan.
Wil je naar aanleiding van dit artikel met ons van gedachte wisselen of ben je benieuwd hoe je de hoeveelheid en kwaliteit ingezameld PMD kunt verbeteren, neem dan gerust contact met ons op.