De Vroegefasefinanciering (VFF) is erop gericht innovatieve ondernemers te ondersteunen die onvoldoende (private) financiering aan weten te trekken in het beginstadium van hun productontwikkeling. Vanwege het hogere (financiële) risico zijn conventionele financiers terughoudend in het verstrekken van financiering. Er zijn echter maatschappelijke baten verbonden aan innovaties. Deze rationale verantwoordt het gebruik van publieke middelen om innovatieve ondernemers te ondersteunen. Maar de vraag is of deze financiering wel landt?
De VFF is in 2014 van start gegaan onder het ministerie van EZK, toen nog EZ. Een economisch lastige periode, waarin het belangrijk werd geacht om innovatieve starters en mkb te ondersteunen. De regeling kent twee uitvoerders: RVO.nl en TTW (NWO-domein toegepaste en technische wetenschappen). Innovatieve starters en innovatief mkb kunnen terecht bij RVO.nl, starters vanuit universiteit, hbo of andere kennisinstelling bij TTW. KplusV voerde de evaluatie uit en keek hierbij naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling, en naar de positie van de regeling in het financieringslandschap en ondernemersecosysteem. Hierbij hebben we ons gebaseerd op:
- interviews met gebruikers, uitvoerders, beleidsmakers en alternatieve financiers;
- data-analyses verkregen uit enquêtes, van uitvoerders en CBS-microdata;
- bestaande literatuur en documentatie.
De evaluatie levert het beeld op dat de regeling werkt zoals bedoeld: ondernemers die VFF ontvangen, hebben vaker een proof of concept, of prototype, gerealiseerd dan bedrijven die geen VFF ontvingen. Het instrument sluit aan op de behoeftes van de ondernemers en is deels complementair aan het huidige aanbod. Het biedt echter ook financiering voor de groep ondernemers die geen alternatieve financiering kan aantrekken. De VFF biedt dus financiering aan ondernemers die anders geen aansluiting op het Nederlandse innovatie-ecosysteem vinden.
Natuurlijk zijn er ook verbeterpunten gevonden:
Voor het instrument:
- Het bereik van de VFF is beperkt in vergelijking met andere instrumenten voor dezelfde doelgroep. Tevens is in het onderzoek naar voren gekomen dat niet elke ondernemer op de hoogte is van wanneer zij/hij in aanmerking kom voor de VFF. Door duidelijke, eenduidige definities te hanteren en te communiceren kan het doelgroepbereik vergroot worden.
- Er blijkt sprake van een mogelijk free-rider effect, waarbij bestaand mkb een nieuwe onderneming start om onder gunstiger voorwaarden gebruik te maken van de VFF. De voorwaarden voor nieuwe ondernemingen zijn gunstiger omdat starters geconfronteerd worden met problemen waar bestaand mkb minder last van heeft. Om dit free-rider effect tegen te gaan, zal er tijdens de beoordeling van een aanvraag expliciet gekeken moeten worden of het bedrijf een recent opgestarte dochter is van een bestaand mkb bedrijf of dat het bedrijf recent is opgericht door de eigenaren van een mkb bedrijf in dezelfde sector.
- Het instrument heeft niet als doel om zogenaamd slim kapitaal te verstrekken. In de vroege fase is het nodig om ondernemers in staat te stellen om zich maximaal te ontwikkelen. Slim kapitaal gaat over ondersteuning gericht op de ondernemer en onderneming waarbij naast geld ook coaching, business development, ondersteuning bij investeringsbereidheid benodigd is. Maak van de VFF slim kapitaal: borg de betrokkenheid van investeerders in het bieden van ondersteuning.
Voor de uitvoerders van VFF:
- De samenwerking tussen beide uitvoerders van de regeling kan worden verbeterd; samenwerking kan kostenverlagend werken en de administratie/documentatie overzichtelijk maken. Een aanbeveling is dan ook om onderdelen (zoals bijzonder beheer) gezamenlijk te laten uitvoeren.
En voor de samenwerking in het ecosysteem:
- In sommige regio’s bestaan vergelijkbare regionale instrumenten. Afstemming tussen deze instrumenten is nodig om mogelijke concurrentie tussen deze instrumenten te voorkomen. Daarnaast achten wij het van belang dat de informatie-uitwisseling tussen publieke actoren wordt verbeterd. Dit leidt tot een verbeterde samenhang van het ecosysteem en bevordert efficiënt gebruik van publieke middelen.
De afgelopen jaren is de VFF van nut geweest voor ondernemers in Nederland. Van belang is nu dat de geleerde lessen in de uitvoering en de nieuwe inzichten worden ingezet bij het vervolg van het instrument, zodat ze ook in de toekomst haar rol kan blijven vervullen. De uitdagingen van ondernemers in hun zoektocht naar financiering in de vroege fase van innovaties blijven immers bestaan. De belangrijkste sleutel zal liggen bij het aangaan van nieuwe verbindingen met het instrument. In regio’s met hun revolverende fondsen. Tussen de uitvoerders onderling, maar ook met de private investeerders welke van belang zijn om een innovatie daadwerkelijk te laten opbloeien.
De evaluatie is op 4 februari 2019 aangeboden aan de Tweede Kamer. U kunt het rapport hieronder downloaden. De Kamerbrief met de reactie van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat is te vinden op de site van de Tweede Kamer.
Meer weten over vroegefasefinanciering, evaluaties van (financierings)instrumenten of een betere werking van het ondernemersecosysteem? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.